Theo Verschueren, oud-archivaris
Waarschijnlijk vindt het St. Catharinagilde Eindhoven haar oorsprong als kerkelijke broederschap, bij de oprichting in 1399 van het Collegiaal Kapittel van St. Catharina te Eindhoven, in de kapittelkerk van St. Catharina. Deze oprichting geschiedde op verzoek van de hertogin Johanna van Brabant en de Heer van Cranendonck en Eindhoven, met instemming van de prins-bisschop van Luik.
Eeuwenlang heeft het gilde zich nauw verbonden gevoeld met deze Catharinakerk te Eindhoven. De oudst bekende vermelding van het bestaan van deze broederschap vindt men bevestigd in de burgemeestersrekening van 1437, waarin wordt vermeld op folio 7r:
item gegheven den gesellen van Sunte Catelinen caperen tot voelbeyart te draghen by rade der scepenen, X scilden
(de vergoeding van 10 zilverstukken voor nieuwe kapmutsen)
Op grond van deze vermelding doet het St. Catharinagilde Eindhoven-Stad met recht een beroep om zich de oudste nog actieve vereniging van Eindhoven te noemen. Het is omstreeks 1516 dat deze broederschap voor het eerst wordt aangeduid als schutsgilde ter bescherming van “AUTER EN HEERD”, niet te verwarren met de ambachtsgilden of de schuttersgilden met een militair karakter.
Uit die periode bezit het gilde een verguld zilveren ”papegaay” (koningsvogel) en verguld zilveren medaillon (patroonsteken), waarop naast de afbeelding van de H. Catharina in rondschrift staat gegraveerd “DIE SCUT VAN ENDHOWEN”.
Het was ondenkbaar dat een gilde bestaansrecht had, laat staan kon functioneren, zonder toestemming van de grondheer. Het gilde diende daartoe de CAERTE en/of de reglementen te overleggen aan die grondheer ter goedkeuring en bevestiging. Wie de Caerte van het St. Catharinagilde in aanvang heeft goedgekeurd is niet bekend, wel dat de ‘ordonnantiën ende Statuyten’ in 1617 opnieuw moesten worden overlegd om ‘geapprobeert ende geconfirmeert’ te worden. Prins Philips Willem van Nassau ondertekende de Caerte ter goedkeuring op 22 mei 1617.
Door de Magistraat is in de 17e en 18e eeuw vaak een beroep op het St. Catharinagilde gedaan om op enigerlei wijze betrokken te zijn bij herdenkingen, openbare gebeurtenissen en festiviteiten in de stad. Zoals bij de viering van de Vrede van Nijmegen (1678) en de Vrede van Aken (1749).
Maar ook bij het huwelijk van Willem IV (1734) en Willem V (1767), of bij een bezoek aan Eindhoven van de echtgenote van Willem 11, Mary Stuart (1660), van Willem V (1771), koning Lodewijk Napoleon (1809) en koning Willem I (1829).
Ook bij het inhalen van de drossaard, en later van burgemeesters, gaf het gilde acte-de-présence.
Bovenstaande gegevens en vele andere historische gegevens zijn terug te vinden in het archief van het gilde, waarvan de oudste documenten dateren uit 1615. Als een van de zeer weinige gilden in Noord Brabant beschikt het St. Catharinagilde hiermee over een vrijwel compleet en kostbaar archief. Dankbaar wordt nu door de Universiteit van Tilburg gebruik gemaakt van dit archief bij hun onderzoek naar functie en identiteit van de gildes en de motieven om gildebroeder te worden, in het heden en verleden.